Leren door zelf doen!
Als we kinderen opvoeden, streven we ernaar dat ze zichzelf kunnen redden als ze volwassen zijn. Dat ze zichzelf hebben leren kennen, en weten wat ze kunnen en nodig hebben om een eigen leven op te bouwen. Kinderen hebben van jongs af aan een drang om te leren, en de wereld te ontdekken, en willen steeds meer zelf doen en bepalen. In een eerste levensjaar leren baby’s al zo veel, dat we soms achter de ontwikkeling van een kind aan lopen. In het kinderdagverblijf stimuleren we de ontwikkeling heel gericht, en laten we kinderen zo veel mogelijk zelf doen. Misschien herkenbaar: Op de groep in het kinderdagverblijf eet je kind al zelf stukjes banaan, terwijl je het thuis misschien nog voert? Kinderen geven heel goed aan als ze iets zelf willen doen, en hoe meer dat kan, hoe vaardiger je kind wordt. Door oefenen groeit het zelfvertrouwen en gaat je kind nieuwe uitdagingen aan. Wat kun je dan trots zijn op je kind. Zelfstandig van alles kunnen, vaardigheden ontwikkelen is nog geen zelfredzaamheid. Zelfredzaam ben je als je in een complexe situatie kunt besluiten wat het beste is wat je kunt doen. En hoe ouder je kind wordt, hoe beter het kan omgaan met complexe situaties. Heel veel kunnen ervaren en mogen oefenen helpt je kind om steeds meer haar eigen weg te kiezen. Door voordoen, samendoen, laten proberen, en uiteindelijk zelf doen, met ons opvoeders als veilige begeleiders in de buurt.
Peuter Siem kan al zelf zijn jas aan doen. Als papa hem komt halen, zegt de PM’er: “Ga je je jas halen?” Siem loopt de groep uit naar zijn haakje aan de kapstok. Papa en de PM’er zien hem op afstand en praten Siem zijn dag door. Ze hebben de tijd……. Siem komt terug en heeft zijn jas aan, en heeft zijn handen vol met zijn knuffel en een plakwerk. “Ik heb de spullen uit mijn zak ook meegenomen”, zegt hij. ”Kun jij mijn jas dichtmaken?” Zelfredzaam? Nou en of. Siem krijgt het volle vertrouwen dat hij zelf weet waar zijn jas is, en dat hij weet wat hij moet doen. Hij heeft zelf gezien dat hij ook zijn knuffel en plakwerk mee kan nemen. Hij weet dat hij nog hulp bij nodig heeft bij het dichtmaken van zijn jas. En vraagt daar ook om. Papa en de PM’er zijn trots op Siem en vertellen hoe goed hij dat heeft gedaan. Siem huppelt met papa de deur uit.
